Levenscyclus van de aspergevlieg

Het wordt steeds lastiger om insecten te bestrijden. Dat maakt het noodzakelijk om kennis te verzamelen over de gedragingen van insecten om tot een effectieve beheersing te komen. In dit artikel gaan we in op de levenscyclus en gedragingen van de aspergevlieg.

Activiteit
De maden van de aspergevlieg veroorzaken schade in de teelt van asperges. De maden veroorzaken gangen in de stengel, dit leidt tot misvormde stengels. In een jong aspergegewas is bekend dat bij een hoge populatie aspergevliegen de gehele plant kan afsterven. In oudere aspergevelden kunnen de maden van de aspergevlieg de opbrengst negatief beïnvloeden. De aspergevliegen zijn actief van april tot augustus. Enkele dagen na het verschijnen van de aspergevliegen vindt paring plaats en worden eitjes afgezet, mogelijk zelfs op dezelfde dag van uitkomen. De levensduur van de volwassen vliegen ligt namelijk rond de 20 dagen. De aspergevlieg kent één generatie per jaar.

Schade
De aspergevlieg vliegt vlak boven het grondoppervlak en zal dan landen bij zijn waardplant op de grond. Voor ei afzetting en voeding loopt de vlieg van de grond naar de top van de jonge stengels om in dit zachte weefsel te steken. Als symptoom ontstaan dan een soort van voedingsstippen. De vrouwtjes zetten eitjes af in de kop van het bovengronds groeiende deel van de aspergeplant, bij voorkeur in de jonge, zachte delen van de aspergeplant. In de teelt van witte asperges worden de eitjes dan ook pas afgezet wanneer gestopt wordt met de oogst en de planten zich bovengronds ontwikkelen. In de jongste aspergegewassen van de teelt van de witte asperges, dat wil zeggen eerste-, tweede- en derdejaars aspergeplanten, is de kans op schade het grootst, omdat deze planten niet worden geoogst of eerder wordt gestopt met de oogst. Het bovengrondse plantdeel is hierdoor tijdens een langere periode blootgesteld aan ei-afzet door de aspergevlieg. Bij oudere gewassen is de periode van bovengrondse groei korter, maar vanaf de traditionele eindoogst (24 juni) kunnen de aspergevliegen toch nog hun eieren gedurende een korte periode afzetten.
De maden vreten zich een weg door de stengel naar beneden, waarna de verpopping in de stengel plaatsvindt kort onder het bodemoppervlak. De plaats van verpopping in de stengel biedt mogelijkheden om problemen in het komende jaar te beperken. Indien in het najaar de stengels kort onder het bodemoppervlak worden afgemaaid en afgevoerd, hiermee zijn de poppen van het perceel verwijderd met als gevolg minder aspergevliegen in het volgende teeltjaar. 


Bron: diverse o.a. WUR