Organisch bemesten van trayplanten: kansrijk en duurzaam tegelijk

De teelt van aardbei trayplanten is enerzijds behoorlijk traditioneel: sommige zaken van deze teelt gebeuren nog exact hetzelfde als jaren geleden. Anderzijds vinden er in deze teelt ook verschillende veranderingen plaats: het steeds beperktere middelenpakket en diverse toevoegingen aan het trayplanten-substraat zorgen voor vernieuwing in de teelt. Ook op bemestingsgebied zijn er ontwikkelingen gaande, waaronder het (al dan niet gedeeltelijk) organisch bemesten vanuit het substraat; maar ook naderhand gedurende de teelt zijn er mogelijkheden om organisch bij te bemesten.


Substraat

De teelt van aardbei trayplanten is groeiende in Nederland. Alhoewel een groot deel van deze teelt zich concentreert bij de grotere plantenkwekers, wordt ook door diverse productietelers zelf het eigen uitgangsmateriaal gemaakt voor de productie van volgend jaar. Overall is een verschuiving zichtbaar van vermeerderingsteelt in de vollegrond, naar de teelt van trayplanten in substraat.

Vanuit de substraatleveranciers wordt vaak een basisbemesting doorgemengd - bestaande uit een gedeelte PG-MIX, aangevuld met een CRF (controlled release fertilizer) - die de jonge aardbei stekken voor meerdere maanden van een lichte basisbemesting moeten voorzien. Daarnaast wordt vaak vloeibaar-mineraal bijgestuurd op de momenten dat het nodig is; of via de regenleiding, of via de spuit. Al met al zijn aardbei trayplanten behoorlijk voedingsbehoeftig. In combinatie met de steeds strenger wordende wet- en regelgeving vraagt dit om innovatie. Innovatie op het gebied van bemesting is een van de actuele thema's.

Organische meststoffen producent DCM is al vanaf het ontstaan - inmiddels ruim 45 jaar geleden - actief in de aardbeiensector. Vroeger met name in de loonwerktak, vandaag de dag met name op bemestingsgebied. Zo ook in de aardbei vermeerderingsteelten, waarbij een groot deel van het vermeerderingsareaal in de vollegrond mineraal-organisch wordt bemest. De trend naar organisch is ook in de trayplantenteelt niet onopgemerkt gebleven; sinds circa zes jaar zijn er legio praktijkdemo's en proeven geweest om de mogelijkheden te onderzoeken en zijn er verschillende telers die (deels) hun trayplanten van organische meststoffen voorzien.


Plantweerbaarheid

Belangrijke pijlers in deze zoektocht naar het anders telen van aardbei trayplanten is plantweerbaarheid aan de ene kant en duurzaamheid aan de andere kant, waarbij de link tussen deze twee tamelijk snel is gelegd. Alhoewel plantweerbaarheid een containerbegrip is, is de praktijkvertaling welbekend. Ziektegevoeligheid of de weerbaarheid tegen onheil van buitenaf, hangt grotendeels samen met de bemesting van een plant. Daarbij zijn stikstof - en nitraat-stikstof in het bijzonder - in combinatie met de elementen kalium, calcium en diverse sporenelementen erg belangrijk.

Vanuit verschillende onderzoeksinstanties is onderzoek gedaan naar het op maat bemesten van een aardbeiplant om de weerbaarheid te verbeteren. Daaruit komt nitraat als belangrijke indicator: des te hoger deze stikstof-vorm aanwezig is in het plantsap, des te slechter de weerbaarheid. Het zorgt voor 'zwakke cellen' die ook nog eens erg aantrekkelijk zijn voor belagers van buitenaf. Nitraat-arm bemesten is daar als een van de belangrijke conclusies uit naar voren gekomen. Dit hoeft echter niet per definitie samen te gaan met minder bemesten, maar wel met anders bemesten, dus andere vormen van stikstof aanbieden.


ECOR als optie

Efficiënt Controlled Organic Release: deze vier termen vormen de afkorting ECOR en vormen de basis voor de organische meststoffen van DCM. Een gecontroleerde afgifte van stikstof, fosfaat, kalium, calcium, sporenelementen, etc. vraagt bij het maken van een meststof om een breed pakket aan organische grondstoffen. De hedendaagse ECOR-producten waarmee DCM onder andere actief is in de aardbei trayplantenteelt, vindt zijn oorsprong in de voedingsindustrie. Daarbij worden verschillende reststromen verwerkt tot ca. 50 grondstoffen van organische oorsprong; zowel van plantaardige als dierlijke aard. Door combinaties te maken van deze grondstoffen ontstaat een lange, constante release van de elementen die nodig zijn, voor een periode van maximaal 5 maanden.

De werking berust op de complexiteit van de koolstofketens: des te harder een (organische) grondstof, des te langer het duurt voordat deze is omgezet en dus gemineraliseerd. Door combinaties te maken van zowel harde als zachte grondstoffen, ontstaat er een constant mineralisatieproces voor zo'n 4 - 5 maanden. Daardoor komen alle elementen naar rato gewasbehoefte en gewasontwikkeling vrij.

De ervaringen die in de praktijk zijn opgedaan, zijn getest met DCM ECOR 5 MINIGRAN (oude naam DCM ECO-Xtra 1). Deze volledig organische meststof met NPK 8-5-6 heeft een werkingsduur van 4-5 maanden en is toegelaten onder RHP. Daarmee wordt DCM ECOR 5 MINIGRAN ingezet als tegenhanger van de veelgebruikte CRF's, die vaak ook met 5/6 maanden werkingsduur worden ingezet.


Praktijkresultaten

De afgelopen zes jaar is vaak de proef op de som genomen in de aardbei trayplantenteelt, waarbij verschillende strategieën zijn onderzocht en beproefd. In alle gevallen werd de referentie ook meegenomen om te kijken hoe de gewasgroei zich verhoudt ten opzichte van de huidige werkwijze.

Een volledig organische basisbemesting in het substraat werd vergeleken met volledig CRF en met een combinatie toepassing, waarbij 50% van de basisbemesting afkomstig was uit een CRF en 50% van de basisbemesting afkomstig was uit een volledig organische meststof.

De praktijk leert dat het telen van volledig organische trayplanten goed mogelijk is. Er worden kwalitatief vergelijkbare planten verkregen, echter met de kanttekening dat eerder moet worden gestart met bijmesten. Daarin blijkt de werkingsduur van DCM ECOR 5, die zo'n 4-5 maanden bedraagt, vaak net iets te kort te zijn. Technisch gezien is een langere werkingsduur nog niet mogelijk vanuit organische grondstoffen.

De combinatie van 50% CRF en 50% organisch blijkt zeer succesvol: uit diverse proeven en demo's komt naar voren dat deze trayplanten kwalitatief vergelijkbaar en in sommige gevallen iets zwaarder zijn vergeleken met de referentie op basis van 100% CRF basisbemesting. Ook de beworteling wordt in veel gevallen als iets beter beoordeeld, hetgeen voortkomt uit een betere verdeling van de organische meststoffen in granulaat-vorm en daardoor minder verbranding door piek-EC rondom een grovere korrel.



100% organisch

Naast een goed bewezen '50-50 -strategie' zijn er vandaag de dag ook telers die hun trayplanten volledig organisch telen. Daarbij wordt de basisbemesting volledig met DCM ECOR 5 ingevuld en wordt naderhand in augustus, september en oktober organisch bij bemest. Belangrijke beweegredenen zijn een weerbaardere groei en het reduceren van het gebruik van mineraal-wateroplosbare meststoffen, om zodoende de factor uitspoeling terug te dringen.

Het bijmesten in september gebeurt middels het bovenover strooien van DCM ECOR 2 MINIGRAN, een volledig organisch granulaat dat zich perfect verdeelt over de trays. Ook wordt door verschillende telers vloeibaar-organisch bij bemest met DCM VISCOTEC BLUE: deze meststof in gel-formulering is 100% van plantaardige oorsprong en heeft als unieke eigenschap dat deze direct plant-opneembaar is in de vorm van plantaardige aminozuren. Daardoor wordt het nitraat-gehalte in de plant sterk teruggedrongen en wordt een weerbare, prachtige aardbei trayplant verkregen.
DCM VISCOTEC BLUE is daarnaast ballastzouten-vrij en heeft als belangrijk voordeel dat deze in oplossing blijft en niet uitzakt of neerslaat.

De voordelen

Uit diverse demo's en proeven blijkt dat 100% organisch, of de combinatie van DCM ECOR 5 en een CRF, kansen biedt voor de trayplantentelers. Naast een vergelijkbare trayplant vergeleken met 100% CRF, levert dit nog enkele andere plussen op.

Voornaamste voordeel is de vorm waarin de DCM-meststoffen kunnen worden doorgemengd door de traygrond/substraat: DCM ECOR 5 is er in MINIGRAN-vorm; een uniform en stof-arm microgranulaat dat perfect verdeelt door het substraat. 1 gram product bestaat uit 300 tot 400 granulaten, waardoor zelfs in de allerkleinste trays een homogene verdeling ontstaat.

Mede door de MINIGRAN-vorm ontstaat er minder piek-EC rondom een grotere korrel. Vaak leidt dit tot wortelverbranding, vooral bij grotere (gecoate) korrels. Wortelverbranding zorgt voor invalspoorten voor pathogenen. Door gebruik van microgranulaat is er minder wortelverbranding waar te nemen.

Naast verdeling zijn ook release en uitspoeling belangrijke factoren. Door een uitgebalanceerde grondstof-samenstelling ontstaat er een constante vrijkomende stroom van voedingsstoffen die aansluit bij de behoefte en opname door de plant. Daardoor gaan er nagenoeg geen voedingsstoffen verloren door uitspoeling of door buffering aan substraat.
Dit laatste is met name ook van belang bij hogere temperaturen. Bij een combinatie van vocht en hoge temperaturen treed bij veel meststoffen een piek op in de release. Daardoor komen onnodig veel voedingsstoffen vrij, terwijl een plant in overlevingsmodus staat. In combinatie met veelvuldig water geven, leidt dit weer tot uitspoeling hetgeen bij organische meststoffen niet het geval is: bij hoge temperaturen stagneert de mineralisatie simpelweg doordat de microbiologie die verantwoordelijk is voor de omzetting van de organische grondstoffen niet actief is bij temperaturen van 35 graden plus.